In totaal worden vijftien promovendi opgeleid die onderzoek gaan doen naar wat oorsuizen veroorzaakt, methoden om oorsuizen vast te stellen en mogelijke behandelingen. Voor het onderzoeksproject is bijna vier miljoen euro beschikbaar gesteld vanuit het Horizon 2020-programma van de Europese Commissie.
Mensen die last hebben van oorsuizen horen geluiden (piep, zoemen, tikken, sissen of fluiten) die niet van buiten het hoofd afkomstig zijn. Hoewel de oorzaak onbekend is, ontwikkelt oorsuizen zich bij dertig procent van de mensen met gehoorverlies. Naar schatting heeft tien tot vijftien procent van de bevolking last van oorsuizen en ondervindt een tot vier procent hiervan zeer ernstige hinder. Voorzichtige schattingen gaan uit 50 miljoen mensen met oorsuizen in Europa.
Op basis van het gegeven dat gehoorverlies een risicofactor is voor de ontwikkeling van oorsuizen, gaan de onderzoekers ervanuit dat door een verstoorde auditieve input er veranderingen in de hersenen ontstaan die zich uiten in oorsuizen. Dit zou betekenen dat oorsuizen geen ziekte is, maar een symptoom van spontane activiteit in een bepaald gebied in de hersenen, dat resulteert in de perceptie van geluid.
Bijzonder aan het onderzoeksproject is dat het een combinatie van dieronderzoek en mensgericht onderzoek is. De drie onderzoekers die in Groningen worden opgeleid gaan onder meer onderzoek doen naar afwijkingen in hersenactiviteit bij mensen met behulp van MRI-scans en in diermodellen. Het onderzoeksproject duurt vier jaar.
